Betekent een“goede ouder zijn” ook dat jullie samen de zorg- en opvoedtaken gelijkelijk gaan verdelen en dus een co-ouderregeling afspreken? Wat is in het belang van het kind?
Wanneer je uit elkaar gaat, blijven jullie samen het gezag houden over jullie kind sinds de wetswijziging in 1998. Gezag betekent dat je samen juridisch verantwoordelijk blijft voor onder meer de verzorging en opvoeding, ook al woont je kind misschien niet meer bij jou.
Afhankelijk van wat jullie willen, wat goed is voor het kind en wat ook past in jullie agenda’s, beslissen jullie bij wie jullie kind komt te wonen en hoe jullie dan de omgang regelen met de andere ouder.
Een gebruikelijke “omgangsregeling” is een weekendregeling eens in de veertien dagen en eventueel een dag in de week tussendoor dat de kinderen dan bij de andere ouder verblijven. Jullie kunnen er ook voor kiezen om jullie kind afwisselend bij één van de twee te laten wonen en zowel praktisch als financieel min of meer gelijkwaardig bij te dragen aan de dagelijkse verzorging van de kinderen. Dat heet dan een co-ouderregeling.
Het woord ‘co-ouderschap’ staat niet als zodanig in de wet, maar dit is inmiddels wel een ingeburgerd begrip. Op de website van de belastingdienst is te lezen dat je fiscaal co-ouder bent:
- Als het kind in een herhalend ritme in totaal minimaal 156 dagen per kalenderjaar bij elke ouder is. Hiervoor kunnen ook dagdelen bij elkaar worden opgeteld. Dit komt bijvoorbeeld neer op 3 dagen per week.
- Is niet het hele jaar sprake van co-ouderschap, maar wel minimaal 6 maanden? Dan wordt de 156-dageneis naar de tijd herrekend.
Als er sprake is van een wijziging zoals het co-ouderschap, heeft dat gevolgen voor onder andere eventuele huurtoeslag, de kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget. Zorg er daarom voor dat je op tijd wijzigingen voor deze toeslagen doorgeeft. Het advies bij meerdere kinderen is vaak dat je de kinderen op papier gaat scheiden. Dit om de kinderbijslag en daarmee ook het kindgebonden budget over de ouders te verdelen door ieder één kind op het eigen woonadres in te laten schrijven.
Bovenstaande wetenswaardigheden zijn slechts fiscale, financiële zaken. Veel belangrijker is dat je je realiseert dat mooie intenties alleen niet voldoende zijn voor een succesvol co-ouderschap.
Een co-ouderregeling is uitvoerbaar wanneer aan een aantal randvoorwaarden is voldaan:
- De ouders wonen niet ver van elkaar en van school i.v.m. het halen en brengen en /of door het kind zelf deze afstand te laten overbruggen.
- De ouders hebben nu en ook in de toekomst goed contact met elkaar, wat nodig is voor de kinderen. Dit klinkt zo makkelijk, maar dit vraagt gigantisch veel van de ouders en zelfs nog meer opoffering van de eigen belangen dan bij een scheiding met een omgangsregeling. Zonder een goede communicatie tussen de ouders zou je niet moeten willen beginnen aan een co-ouderregeling.
- Niet elk kind en /of levensfase is voor de co-ouderregeling geschikt. Het kind dient hierbij niet te veel onrust te ervaren door telkens te wisselen van huis en ouder met daar ook weer andere vrienden en/of regels.
- Beide ouders werken parttime of zijn flexibel in de opvang van de kinderen.
- Weet dat de wens van co-ouderschap vaak voortkomt vanuit het idee dat het voor kinderen goed is om evenveel contact te hebben met beide ouders. Dit komt vooral ook voort vanuit een soort rechtvaardigheidsgevoel en eergevoel, ook naar de buitenwereld toe en dat heeft dan dus weinig te maken met het belang van de kinderen.
Uit onderzoek komt naar voren dat het voor kinderen van groot belang is dat ouders goed verder samen kunnen in de ouderrelatie en dat de vorm waarin zij dat gieten veel minder van belang is. Het gaat de kinderen niet om de precieze verdeling in tijd tussen beide ouders. Overigens kan de co-ouderregeling zelfs negatieve gevolgen hebben, doordat een kind niet meer gewoon in één huis woont, maar feitelijk verdeeld wordt over twee huishoudens. Deze negatieve gevolgen kunnen voortkomen uit onder andere gevoelens van verlies bij elk afscheid, heimwee naar de andere ouder en gebrek aan continuïteit. Dit laatste kan zelfs het proces van identiteitsvorming beschadigen. Bovendien bestaat het risico dat het kind voortdurend wordt opgeëist door de ouders, omdat beiden de tijd optimaal met het kind willen benutten.
Ook in de praktijk zal het voor het kind lastig kunnen zijn om telkens te switchen van het ene naar het andere huis, met bijbehorende regels, rituelen en sociaal leven. Het kind moet de eigen spullen over twee plekken verdelen, wat kinderen als moeilijk kunnen ervaren.
Zo kan het ook zijn dat wat vandaag wordt afgesproken, toch minder goed werkt over een x-aantal maanden, omdat bijvoorbeeld het kind dat ineens aangeeft (door zich misschien wel anders te gedragen). Dan is bijstelling van de plannen goed, wanneer dit niet van tijdelijke aard lijkt te zijn. Maar als de co-ouderregeling lukt, dan kan dit zeker helpend zijn voor jullie allemaal voor wat betreft jullie scheiding.
Het allerbelangrijkste is dus dat jullie samen die afspraken weten te maken die voor jullie allen goed gaan werken, juist in de dagelijkse praktijk.